Home » Gedichten » Sonnetten » De einder

De einder

Nu ik met trage tred de einder kies
en stap na stap bekend gebied verlaat,
zie ik de gieren cirkelen, paraat,
ze wachten tot ik straks de weg verlies.

Hun kreten snerpen door mijn ruggengraat.
Vertrouwen hebben was nooit mijn devies,
zelfs niet toen liefde ’t in mijn oren blies.
Het landschap lijkt mij dor en desolaat.

Dan komen de gezanten van het Lot
en elk van hen weerkaatst mijn aangezicht.
Hun oordeel luidt, als ware ’t een gebod:

“Gijzelf alleen zijt aan uzelf verplicht!”
Ik sla mijn twijfel, wrok en spijt kapot,
stap onbezwaard op ’t pad dat voor me ligt.

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *